Schuldbemiddeling en armoede zijn niet hetzelfde.

Het OCMW van Wetteren geeft corona-consumptiebonnen aan kwetsbare doelgroepen.

Onder kwetsbare doelgroepen wordt er verstaan (waarbij we uitgaan van het statuut van de persoon op het ogenblik van uitreiking van de bon):
o Leefloon- of equivalent leefloongerechtigden
o Gezinnen die aanvullende financiële steun ontvangen van het OCMW
o Gezinnen in collectieve of schuldhulpverlening
o Statuut TWE – artikel 60 §7
o Behoeftenonderzoek op basis van een sociaal verslag (individuele bevoegdheid BCSD)

Dat gezinnen in collectieve schuldbemiddeling hiertussen staan druist in tegen het feit dat het menswaardig inkomen al zou moeten gewaarborgd zijn door de schuldbemiddelaar. Strikt genomen zou het leefgeld dat betaald wordt, dus verminderd moeten of kunnen worden met de ontvangen consumptiebon. Armoede (of kwetsbaarheid) en schuldbemiddeling (onoverkomelijke schuldenlast) zijn twee totaal verschillende zaken. Armoede heeft een structurele oorzaak (meestal fysieke of psychische problemen), schuldbemiddeling heeft een accidentele oorzaak (vooral ontslag, plotse arbeidsongeschiktheid, relatiebreuk). Steun aan mensen in schuldbemiddeling is dus eigenlijk steun aan de schuldeisers (Mattheüs-effect).